Op bedrijventerrein Antoniapolder in Hendrik-Ido-Ambacht slaan ondernemers de handen ineen in een energiecoöperatie. Een digital twin, beschikbaar gesteld door de RES-regio Drechtsteden, liet hen zien dat zij samen slimmere keuzes kunnen maken, vertelt strateeg energietransitie Roosmarijn Sweers.
Meer energie uit wind en zon, bedrijven en gebouwen die verduurzamen, verkeer dat steeds meer elektrificeert: dat alles leidt tot file op het stroomnet. Om die problemen het hoofd te bieden, startten bedrijven op bedrijventerrein Antoniapolder in Hendrik-Ido-Ambacht recent een lokale energiecoöperatie. Met de coöperatie gaan de aangesloten bedrijven en organisaties samen energie uitwisselen, opslaan en opwekken. Om inzicht te krijgen in de energievoorziening in het gebied, maakte het bedrijventerrein gebruik van een simulatietool, een ‘digital twin’, die RES-regio Drechtsteden daarvoor beschikbaar stelt. ‘Uit de digital twin bleek dat de druk op het elektriciteitsnet enorm toeneemt, wanneer de ondernemers in Antoniapolder allemaal individueel gaan verduurzamen’, zegt Roosmarijn Sweers, strateeg energietransitie bij RES-regio Drechtsteden. ‘Terwijl ze, wanneer ze samenwerken, veel slimmere, samenhangende keuzes kunnen maken, waardoor het net minder wordt belast en zij zelf kunnen blijven ondernemen.’
Op bedrijventerrein Antoniapolder in Hendrik-Ido-Ambacht slaan ondernemers de handen ineen in een energiecoöperatie. Een digital twin, beschikbaar gesteld door de RES-regio Drechtsteden, liet hen zien dat zij samen slimmere keuzes kunnen maken, vertelt strateeg energietransitie Roosmarijn Sweers.
Proactief zoeken van slimme combinaties
Hoe werkt zo’n digital twin? En waarom zet Drechtsteden die in? Roosmarijn: ‘Een digital twin is een instrument waarmee je, in ons geval, verkent hoe de energievoorziening zich in een gebied ontwikkelt. Door aan bepaalde knoppen te schuiven, kun je bijvoorbeeld onderzoeken welke gevolgen de warmtetransitie heeft op het elektriciteitsnet in jouw gemeente of regio. Of, zoals in Antoniapolder, inzichtelijk maken wat het verschil is in impact als bedrijven individueel gaan verduurzamen of dat gezamenlijk aanpakken.’ Allerlei duurzame ontwikkelingen leiden tot forse pieken in de energie-infrastructuur, legt Roosmarijn uit. ‘Bijvoorbeeld vrachtwagens die omschakelen naar elektrisch laden, zon op grote daken en elektrificatie van bedrijfsprocessen. Het is belangrijk dat deze onderdelen op elkaar worden afgestemd, zodat het net slim - zoveel mogelijk gelijktijdig en nabij - wordt gebruikt.’ De digital twin wordt onder andere gevoed met data die betrokken partijen in het gebied zelf aanleveren over hun huidige en toekomstige energiegebruik. Op basis daarvan kan de tool helpen om slimme energiecombinaties uit te denken en duurzame energiesystemen te ontwerpen.
Dat is hard nodig, vindt Roosmarijn. ‘In de RES 1.0 zetten we een paar jaar geleden in platte aantallen op een rij hoeveel energie we duurzaam zouden kunnen opwekken en welke sector hoeveel moest bereiken’, zegt zij. ‘We hadden toen nog de luxe van een energiesysteem dat deed wat wij wilden. Maar inmiddels weten we dat de echte wereld een stuk ingewikkelder is. Ons huidige energiesysteem kan niet inspelen op de toenemende verduurzaming en het gebruik van veel meer decentrale bronnen. We moeten toe naar een systeem waarin energie zoveel mogelijk op lokaal niveau op de juiste plek en het juiste moment wordt uitgewisseld. Daarvoor moet je een gebied induiken, vraag en aanbod van energie verkennen en inzicht opdoen in de gevolgen van keuzes die daarin worden gemaakt.’ Als je dat inzicht hebt, kun je op basis daarvan slimme combinaties van keuzes maken. Bijvoorbeeld een combinatie van besparing en aanleg van een warmtenet. Of opwek via zonnepanelen met laadpalen voor elektrische auto’s. ‘Nu werken we nog te veel reactief’, zegt Roosmarijn. ‘We zien een probleem – netcongestie - en gaan dan een oplossing zoeken. Maar we moeten veel meer toe naar het proactief zoeken van slimme, wenselijke combinaties van energiebronnen, opslag en vraag naar elektriciteit en warmte. Dat is nog erg onderbelicht, terwijl er heel veel op ons af gaat komen.'
Ondernemers schuiven zelf met knoppen
De digital twin kan binnen de regio Drechtsteden een belangrijke rol spelen bij het bedenken van dergelijke slimme energiecombinaties. ‘Het unieke van de tool die wij gebruiken, is dat die uit meerdere lagen bestaat, waardoor we zowel kunnen inzoomen op een bepaald deelgebied, als uitzoomen naar de hele regio. Dat biedt de kans om inzicht te geven in keuzes die op Drechtstedenniveau moeten worden gemaakt, maar ook bij keuzes die gemeenten moeten maken, bijvoorbeeld rond de aanleg van woonwijken of het uitvoeren van de warmtetransitie. Ook kunnen we de tool aanbieden aan ondernemers. Zij kunnen zelf met de knoppen schuiven, zodat ze kunnen zien wat de impact is van de keuzes die zij individueel of gezamenlijk voor hun energievoorziening maken.’ De tool is nog in doorontwikkeling, aldus Roosmarijn. ‘We zetten ‘m nu op gebiedsniveau in op twee plekken, waaronder Antoniapolder in Hendrik-Ido-Ambacht. De komende tijd gaan we dit opschalen naar tien gebieden. Over twee à drie jaar willen we de digital twin in de hele regio kunnen gebruiken.’
Gedeelde visie ontwikkelen
Welke tips heeft Roosmarijn voor andere regio’s die met digital twinning aan de slag willen? Het werken met dit soort digitale tools is behoorlijk complex, benadrukt zij. ‘Dus als je het doet, doe het dan verstandig. Gebruik de tool ten eerste alleen voor verkenning van energieoplossingen in je gebied of regio, en niet voor de uitwerking ervan. Het echte doorrekenen van plannen moet je overlaten aan de netbeheerder of het warmtebedrijf en aan de samenwerkingsverbanden van ondernemers zelf.’ Daarnaast adviseert Roosmarijn om te werken met een procesbegeleider. ‘Wij kopen onze digital twin in bij een daarin gespecialiseerd bedrijf, maar het verzamelen van de benodigde data voor de tool en het faciliteren van het gesprek vormen een heel andere tak van sport, waarvoor je ook weer andere mensen nodig hebt.’
Tenslotte, zegt Roosmarijn, is het verstandig om met alle betrokken partijen in je regio toe te werken naar een gezamenlijke visie op hoe je omgaat met je data. ‘Zorg dat je daar een uniforme benadering en standaardscenario’s voor opstelt, bijvoorbeeld als het gaat om de mate van detaillering van de data. Je moet het doen met de data die je hebt, het is belangrijk dat je daar eenzelfde visie op hebt.’ De kunst is, aldus Roosmarijn, om op basis van gedeelde data en met de juiste expertise in de regio met elkaar in gesprek te gaan over wenselijke oplossingen. ‘Er zijn altijd meerdere antwoorden mogelijk. Daar moet je het gesprek over organiseren. Een digital twin kan daar een goed hulpmiddel bij zijn.’